Moestuin


Wie zijn eigen groente teelt, eet niet alleen beter en gezonder, maar heeft ook een kans om aan een beter milieu bij te dragen. En als hij voor de permacultuur-aanpak kiest, hoeft de moestuin ook niet alle vrije tijd te kosten!


Niet spitten
Door te spitten verstoren we het natuurlijke evenwicht in de grond - organismen die net onder de oppervlakte leven zijn heel anders dan die van 20 cm diepte. Ook compost en mest hoeven niet per sé ondergespit te worden. Als we het aan de oppervlakte aanbrengen, zullen wormen het geleidelijk naar beneden trekken, zo werkt het in de natuur namelijk ook.


Wie niet spit, moet de grond niet betreden - daardoor wordt de grond te compact. Dat betekent, dat we vaste bedden moeten maken, die maximaal 120 cm breed zijn en vanaf het pad makkelijk bereikt kunnen worden. Paden moeten minimaal 30 cm breed zijn, 60 cm als we er met een kruiwagen overheen willen rijden.



Mulchen
Kale grond komt in de natuur nauwelijks voor en ook wij moeten voor een bedekking van onze bedden zorgen, anders zal de natuur het doen en er onkruid laten groeien. Mulch heeft vele voordelen, het beschermt de grond tegen uitdroging (minder water geven) en weersinvloeden, het voorkomt de groei van onkruid en zorgt voor geleidelijke aanvoer van humus en voedingsstoffen. Voor het mulchen kunnen we allerlei organisch materiaal gebruiken: stro, grasmaaisel, cacaodoppen, compost (indien vrij van onkruidzaad), bladeren of houtsnippers (bij bessenstruiken).


Onze moestuin
Onze moestuin bevindt zich op 5 km afstand van ons huis in het biologische volkstuincomplex in Twekkelo. In 2003 zijn we begonnen met 120 m², inmiddels tuinieren we op 380 m². Behalve groente hebben we ook drie appelbomen, twee peren, een pruim, herfst- en zomerframbozen, verschillende bessen en heel veel snijbloemen. Een bed met asperges zorgt voor een luxe oogst in mei en juni.




De groentebedden hebben de praktische afmetingen van 120 x 300 cm en liggen op de as zuid-noord, voor een optimale bezonning. Het grootste deel van de bedden heeft randen van afgedankte tegels. De vaste bedden maken het makkelijk om wisselteelt toe te passen, in principe komen dezelfde groentes pas na minimaal vier jaar terug op dezelfde plek. Elk jaar maken we een teeltplan (voorbeeld hier). De ruimte wordt optimaal benut en elk bed levert twee tot drie oogsten per jaar.


In een koudebak telen we 's zomers meloenen en pepertjes en 's winters winterharde sla (mizuna, mibuna, veldsla, raketsla enzovoorts).



We plannen de teelt zo, dat er altijd wel iets te oogsten is (ook al is het in de winter natuurlijk minder dan in de zomer) en dat het niet teveel in een keer wordt (geen 30 kroppen sla die tegelijk geoogst moeten worden!). We telen ook vooral groente die in de winkel niet verkrijgbaar is (borlottibonen, Toscaanse kool), duur is (peultjes, sjalotten) of waarbij de versheid heel belangrijk is (asperges, maïs).