Tijdens de rustige wintermaanden evalueren we het afgelopen jaar in de tuin en maken we een plan voor het volgende seizoen. Omdat beide tuinen ingedeeld zijn in vaste bedden van ongeveer 120 x 300 cm is het vrij makkelijk om wisselteelt toe te passen en het overzicht te houden.

Meest kenmerkend voor de moestuin is de grote diversiteit: zowel in planten als in soorten. Omdat we geen gebruik willen maken van een diepvries is het belangrijk ervoor te zorgen dat er in de tuin het hele jaar iets te plukken is en dat het ook niet te veel in een keer wordt. Zo hebben we bijvoorbeeld  twee    soorten rode bessen: Jonkheer van Tets (een vroege) en Red Poll (zeer laat). 

We telen vooral groenten die vers beduidend lekkerder smaken (asperges,  suikererwten, jonge aardappels, maïs), niet te koop zijn (Borlotti bonen, Toscaanse kool) of over een lange periode productief zijn (courgettes, snijbiet). Omdat de ruimte beperkt is telen we bijvoorbeeld geen uien: die zijn in de winkel relatief goedkoop en hoeven niet vers te zijn. Sjalotten en knoflook telen we wel, want die zijn makkelijk en bovendien erg duur.

Waar mogelijk wordt de eerste teelt (aangeduid met 1.) gevolgd door een tweede (2.) en soms zelfs en derde teelt (3.).